Collectie gevelstenen
Het KOG kocht zijn eerste gevelsteen aan in 1858. De bouw van het Rijksmuseum (geopend in 1885) bood de mogelijkheid om in de buitenmuur van de huidige Philipsvleugel 17 gevelstenen uit de collectie in te metselen. 47 andere zijn te zien in de buitenmuur van het Amsterdam Museum aan de Sint Luciënsteeg. Het KOG is bezig de collectie gevelstenen, bouwfragmenten en het archief te digitaliseren en via de website te ontsluiten. De commissie spant zich in om ook de overige gevelstenen in het depot van het Rijksmuseum beschikbaar te stellen voor reproducties en daarover te adviseren indien de wens bestaat stenen terug te plaatsen op plekken die overeenkomen met hun oorspronkelijke plaats. De commissie onderzoekt de mogelijkheden om opdrachten te geven voor nieuwe gevelstenen, gemaakt door hedendaagse makers.
Samenstelling Commissie
S. (Sterre) Berentzen (voorzitter)
J. (Joël) Cahen
Y. (Yuri) van der Linden (secretaris)
W. (Willem) Noyons
J. (Jan) Teeuwisse
Al vanaf de oprichting van het KOG in 1858 hebben gevelstenen en bouwfragmenten een speciale plaats ingenomen in het verzamelbeleid. In 1859 werd het eerste exemplaar voor ƒ 10,- aangekocht: een klein steentje met een staande St. Pieter dat afkomstig zou zijn van een huisje aan de Overtoom. Later onderzoek bracht aan het licht dat dit reliëf afkomstig was van Amstelveenseweg 3. Het feit dat Jan ter Gouw niet alleen een bevlogen stadshistoricus, maar ook samen met Jacob van Lennep de samensteller was van het standaardwerk De Uithangteekens, in verband met Geschiedenis en Volksleven beschouwd lid van het Genootschap, zal zeker van invloed zijn geweest op de vorming van de gevelstenencollectie.
De collectie groeide door schenkingen en een enkele aankoop. Op diverse tentoonstellingen van de KOG-verzamelingen waren de verworven gevelstenen opvallende objecten. De bouw van het Rijksmuseum (geopend in 1885) bood de mogelijkheid om, in nauw overleg met architect Cuypers, in de buitenmuur van het z.g. Fragmentengebouw, de in 1898 voltooide aanbouw aan de bibliotheekvleugel, een groot aantal gevelstenen uit de KOG-collectie in te metselen. Daar kregen ook de in 1888 verworven natuurstenen bouwfragmenten van het in 1558 gebouwde z.g. Huis met het Torentje (Damrak hoek Prins Hendrikkade) een plek. Van de 43 gevelstenen in de buitenmuren van het Fragmentengebouw, de in de jaren 1909-1916 gebouwde Druckeruitbouw (de huidige Philipsvleugel) en het tuinhuisje, zijn er 17 afkomstig uit de KOG-collectie.
Een andere plek waar een groot deel van de KOG-gevelstenenverzameling is te zien, is de buitenmuur van het Amsterdam Museum aan de Sint Luciënsteeg. Een deel van deze stenen is afkomstig uit de verzameling van de in 1921 opgerichte Vereniging tot Behoud van Gevelstenen. Het waren twee leden van het KOG, de heren C. Visser en C.J. Gimpel, die het initiatief namen. Zij beseften dat door sloping en stadssanering veel gevelstenen in de handel terecht dreigden te komen. Het plan van de Vereniging tot Behoud om in de tuin van een openbaar grachtenpand een gevelstenenmuseum op te zetten is niet doorgegaan maar de aanzet tot de gevelstenenmuur in de Sint Luciënsteeg is wel door deze vereniging gegeven. Na zes jaar werd de Vereniging opgeheven en ging de verzameling ingemetselde en losse stenen over naar het KOG waar een speciale Commissie tot behoud van gevelstenen en bouwfragmenten werd ingesteld. Recent verworven gevelstenen en enkele uit oud bezit werden in de loop der jaren in de Sint Luciënsteeg ingemetseld. De totale collectie daar bestaat nu uit 47 exemplaren die sinds 1994 officieel in bruikleen aan het Amsterdam Museum zijn overgedragen.
De verzameling gevelstenen van het KOG is echter groter dan bovengenoemde exemplaren aan de openbare weg. In depot is nog een groot aantal opgeslagen waaronder enkele uit topografisch oogpunt zeer bijzondere, bijvoorbeeld de steen met het gezicht op de Zwanenburgerstraatzijde van het in 1888 afgebroken Diaconieweeshuis afkomstig van Tuinstraat 97, en de steen met een gezicht op de Heiligewegspoort, die van 1637 tot 1664 op het huidige Koningsplein stond (afkomstig van Koningsplein hoek Herengracht).
Een andere, zeer fraaie gevelsteen is het 17de-eeuwse reliëf. De Coromandelse Kastoenbalen, dat dan ook terecht als bruikleen opgenomen is in de vaste opstelling van het Amsterdams Historisch Museum. Enige gevelstenen zijn in samenwerking met de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen vanuit het depot weer aan de openbare weg verschenen. Deze stenen worden op speciale voorwaarden in langdurig bruikleen aan de eigenaar van het pand gegeven. Een bijzondere gebeurtenis in dit kader was de terugplaatsing op het oude adres van de grote steen De Jonge Saaijer Anno 1763, Bloemgracht 81. Ook op de hoek Palmgracht en Palmdwarsstraat keerden twee stenen met op ieder een staande reiger weer op hun oude kadastrale plek terug.
Links:
Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen
Bekijk hier een selectie van de gevelstenen van het KOG
Literatuur:
– De gevelstenen van Amsterdam. Onno W. Boers, Verloren, Hilversum 2007.
– Geveltekens Leiden. P. van der Vlist, Bekking & Blitz, Leiden 2008.
– De Uithangteekens, in verband met Geschiedenis en Volksleven beschouwd. J. ter Gouw en J. van Lennep, 2 delen, Amsterdam 1868.
– In beeld gebracht. Beeldhouwkunst uit de collectie van het Amsterdams Historisch Museum. M. Jonker e.a., Zwolle 1993.
– De oude stadswal op twee gevelstenen. O.W. Boers, in: Ons Amsterdam, jg 40 (1988).
– Een gevelsteen met het Diaconie Weeshuis. O.W. Boers, in: Ons Amsterdam, jg 40 (1988).