Collectie Atlas Zeden en Gewoonten
De Atlas Zeden en Gewoonten is een verzameling van prenten, tekeningen, gedrukt materiaal, foto’s en diversen die betrekking hebben op de geschiedenis van zeden en gewoonten, monumenten, beeldhouwwerken en kunstnijverheid in Nederland. De verzameling, die behalve achtendertig portefeuilles met duizenden prenten en tekeningen ook ingebonden prentwerken, albums, foto’s, knipsels, spelletjes en nog veel meer omvat, is ontstaan op initiatief van Daniel Franken Dzn. (1838-1898). Vanaf 1885 tot nu is de Atlas regelmatig aangevuld. Bijzonder in de Atlas zijn de tekeningen en prenten van Willem Buytewech, Hendrick Goltzius, Jan Saenredam, Claes Janz. Visscher, een collectie tekeningen van Cornelis Troost (1696-1750), de “dagboektekeningen” van Christiaan Andriessen (1775-1846), en silhouetportretten van J.A. Schmetterling (1750-1828).
Samenstelling Commissie:
D. (Daniel) R. Horst (voorzitter)
P. (Peter Jan) J.J. Margry
E. (Eva) Schimmelpenninck-Hartman
H. (Helen) C.M. Schretlen
J. (Joyce) G.H. Zelen
De Atlas Zeden en Gewoonten van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap is een verzameling van prenten, tekeningen, gedrukt materiaal, foto’s en diversen die betrekking hebben op de geschiedenis van zeden en gewoonten, monumenten, beeldhouwwerken en kunstnijverheid in Nederland.
De verzameling, die behalve achtendertig portefeuilles met duizenden prenten en tekeningen ook ingebonden prentwerken, albums, spellen etcetera omvat, wordt bewaard in de depotruimten van het Rijksmuseum. De Atlas omvat afbeeldingen vanaf de zeventiende eeuw.
De Atlas is ontstaan op initiatief van Daniel Franken Dzn. (1838-1898), een van de oprichters en begunstigers van het Genootschap. In 1885 werd daadwerkelijk begonnen met het aanleggen van de verzameling. Franken liet bij zijn overlijden in 1898 niet alleen een verzameling belangrijke zeventiende-eeuwse Hollandse grafiek na, hij legateerde het Genootschap ook een geldbedrag waarvan hij de rente onder meer bestemd had voor aankopen voor de Atlas.
De indeling van de Atlas – Topografie, Regering, Rechtswezen, Krijgswezen, Kerk en Kerkwezen, Armwezen en Liefdadige Instellingen, Handel en Nijverheid, Onderwijs en Wetenschappen, Schone Kunsten, Zeden en Gewoonten, Merkwaardige Gebeurtenissen – is grotendeels gebaseerd p de indeling van de Historische Tentoonstelling van Amsterdam van 1876 en tot op heden ongewijzigd. In de eerste decennia van de twintigste eeuw zijn evenwel onderwerpen toegevoegd als Militair en Huiselijk Leven, Kleding, Tuinen, Jacht, Rijtuigen, Pleziervaartuigen. Een deel van de prenten en tekeningen alsook de portefeuilles zijn in het kader van het Deltaplan voor het Cultuurbehoud gerestaureerd, maar daarbij is de oorspronkelijke sfeer die de Atlas ademt zorgvuldig gerespecteerd.
Onder de schatten van de Atlas bevinden zich behalve bijzondere tekeningen en prenten van onder anderen Willem Buytewech, Hendrick Goltzius, Jan Saenredam, Claes Janz. Visscher, een collectie tekeningen van Cornelis Troost (1696-1750), een collectie tekeningen van Christiaan Andriessen (1775-1846) en van Jacob de Vos Wzn. (1774-1844), silhouetportretten van J.A. Schmetterling (1750-1828), talloze kinderprenten, en zelfs houtblokken waarvan deze gedrukt zijn, nieuwjaarswensen, kermiswensen, kalligrafie, koppermaandagprenten, affiches en adreskaarten.
De Atlas wordt incidenteel met een aanwinst verrijkt.
De boeken van de verzameling zijn te raadplegen op: Rijksmuseum.
Daar kunnen ook alle catalogi betreffende de Prenten, Tekeningen en Penningen worden geraadpleegd.
AANWINSTEN
Louis Heijmans, Schilderende vrouw: Helen Schretlen
In 2022 verwierf het KOG een tekening van Louis Heijmans (Utrecht 1890-1977 Spaubeek / Zuid-Limburg), 1909.
De Poolse konstmeester: Eva Schimmelpenninck-Hartman
In 2020 verwierf het KOG een anonieme tekening ‘De tent van de Poolse konstmeester’, 1762.
Nanne Brouwer, Portret van Paul J. Suter: Carina Greven en Peter Jan Margry
De lang(baard)harigen
Op middeleeuwse en latere baardmankruiken, ook die in de KOG-collectie, kom je ze al tegen, figuren met lange (baard-) haren. Dat zijn representaties van ‘primitieve’ mensen (‘wildemannen’) of, op andere objecten of afbeeldingen, symbolen voor kracht, wijsheid of ouderdom. Mensenhaar kent vele cultureel bepaalde connotaties en betekenissen. LEES HIER VERDER
Anoniem: Kind met jojo: Daniel Horst
Op de online veiling van Peerdeman in Utrecht van 19 september 2021 konden we deze aardige gewassen inkttekening aankopen. Het zal in de negentiende-eeuw zijn vervaardigd door een anonieme kunstenaar.
We zien in profiel een kind, waarschijnlijk een jongen, staande op een kistje spelend met een jojo. De commissie Atlas Zeden en Gewoonten is zeer verheugd met deze aanwinst die een waardevolle aanvulling is op de kleine groep objecten over de jojo, binnen onze atlas aangeduid als Joujou de Normandie, in de categorie Spel en Vermaak. Bovendien relateert de tekening ook aan onze collectie silhouetportretten, waarvan een selectie in 2020-2021 in de kabinetten van het Rijksmuseum te zien was.
Daniel Horst
Gretchen Rogers: Een tekening van een lezende vrouw met hoed: Machteld Löwensteyn
Bij schenking ontving ons genootschap onlangs uit een nalatenschap een tekening van de hand van de Amerikaanse kunstenares Gretchen Rogers. Vanwege het onderwerp van de voorstelling, een lezende vrouw, werd zij toegevoegd aan de Atlas Zeden en Gewoonten.
Gretchen Rogers werd geboren te Boston in 1881 als dochter van de bankier Harry Ashton Rogers en Mary Thomas Rogers. Zij wilde graag kunstschilder worden, en ging in 1900 naar de School at the Museum of Fine Arts in haar woonplaats. Gedurende het laatste kwart van de negentiende eeuw was in Boston een groot aantal kunstopleidingen opgericht, en de Museum School, zoals de dagelijkse benaming luidde, was een van de bekendste. Het bijzondere was dat ook vrouwen tot deze nieuwe opleidingen werden toegelaten. Zij mochten het volledige curriculum, ook de lessen modeltekenen, zowel mannen als vrouwen poseerden naakt voor de studenten, volgen. Dit betekende een enorme vooruitgang voor vrouwen met professionele ambities in de schilderkunst, die zich in deze tijd nog vaak moesten beperken tot privéonderwijs en kunstreizen naar Europa. Een gevolg was dat Boston aan het begin van de twintigste eeuw wellicht de stad met de hoogste ‘beroepskunstenaressendichtheid’ in Amerika was. Het werk dat de schilderessen van de zogenaamde ‘Boston School’ voortbrachten verschilde niet wezenlijk van dat van hun mannelijke collega’s. Hun stijl was traditioneel, maar zij lieten zich duidelijk inspireren door het nieuwe Franse impressionisme. Een andere, tamelijk opvallende invloed waren de schilderijen van de hand van een Nederlandse schilder uit de zeventiende eeuw: Johannes Vermeer. Dat is vooral goed te zien wanneer zij bekende of onbekende vrouwen afbeelden, vaak prachtig uitgelicht, in een interieur. De onderwerpen die zij kozen, portretten, interieurs, landschappen, en stillevens, waren weliswaar uit het leven gegrepen, maar deze kunstenaars en kunstenaressen hadden alleen oog voor de voorname, elegante en harmonieuze kant van het bestaan, en bepaald niet voor rauwe ellende of schrijnend ongeluk.
De kunstenaar Edmund Tarbell (1862 – 1938), een van de belangrijkste vertegenwoordigers van deze Bostoniaanse schilderschool, was Gretchen Roger’s leraar aan de Museum School. Zij werd zijn uitverkoren leerlinge. Een familielid van Rogers citeert hem in een aantekening van een gesprek dat hij met Tarbell over Rogers voerde: ‘…the best pupil I ever had, … a genius. She is too modest, that is the problem. She does not value herself enough.’
Gretchen Rogers kende echter zeker professioneel succes, exposeerde zeer regelmatig en ontving veel onderscheidingen, zoals bijvoorbeeld een zilveren medaille tijdens de internationale Panama-Pacific tentoonstelling te San Francisco in 1915 voor het schilderij ‘Vrouw met een bonthoed’. Het schilderij is een zelfportret van de kunstenares, niet in schilders tenue, maar elegant gekleed, gereed om uit te gaan. Tegenwoordig hangt het in het Museum of Fine Arts in Boston. Het schilderplezier straalt ervan af, de penseelvoering is virtuoos en de weergave van de textuur van bont, fluweel, vilt en kunstbloemen op de hoed is fenomenaal.
De grote tekening met zwart krijt en potlood, die aan ons genootschap is nagelaten, toont verwantschap met dit zelfportret en stamt uit dezelfde periode. Dit keer gaat het echter om een sober tafereel. Rogers heeft een lezende, jonge vrouw en profil afgebeeld. Ze zit, met haar linkerzijde naar de beschouwer gericht, dwars op een rechte, houten stoel. Het licht komt van linksboven achter haar, en accentueert het wit van de bladzijden in het opengeslagen boek, van de kraag en van de manchetten van haar blouse. Bloemen sieren haar eenvoudige, vilten hoedje. Volkomen verdiept is zij in haar boek. Haar jonge gezicht tekent zich scherp af tegen de volkomen neutrale achtergrond, de contourlijn sterk aangezet met potlood. Ze houdt het boek voor zich in haar beide handen. Haar linkerarm rust op de rugleuning van de stoel. Zo zal ze het lezen beslist langer volhouden.
Het Boston Guild of Artists gaf een lithografie uit naar deze tekening. De leden van de commissie van de Atlas Zeden en Gewoonten hebben ons genootschap een exemplaar geschonken. Het wordt nu bij de tekening bewaard. Van Erica Hirshler, als Croll Senior Curator of American Paintings verbonden aan het Museum of Fine Arts in Boston, ontvingen wij het bericht dat zich in een particuliere verzameling ook nog een schilderij van de hand van Rogers met dezelfde voorstelling bevindt.
Gegevens ontleend aan:
Erica E. Hirshler, A Studio of Her Own. Women Artists in Boston 1870-1940, Boston 2001 Museum of Fine Arts School
Voor het Boston Guild of Artists zie: http://guildofbostonartists.org
De schriftelijke nalatenschap van Gretchen Rogers bevindt zich in het Museum of Fine Arts in Boston, en in de Archives of American Art in het Smithonian Institution in Washington DC.